IJSLAND

Natuurelementen in actie

VTB

home

fotos

We gaan naar IJsland het tweede grootste eiland van Europa, net onder de poolcirkel en in België nu vooral bekend door het falen van de Kaupthing bank, maar wij gaan voor de natuur. Iceland Air vliegt er ons naartoe vanuit Amsterdam op zo'n goeie 3 uur.
We zijn met 23 plus onze joviale en rondborstige VTB-reisleider en gids Luk de Meyer. IJsland ligt goed in de markt blijkbaar want het is razend druk in de luchthaven van Keflavik. Aanschuiven om onze Euro's om te wisselen voor de veel goedkoper geworden IJslandse Kronen en dan de bus op. Een flink uit de kluiten gewassen exemplaar, 4x4 aangedreven, op hoge wielen om door het water te kunnen rijden en een chauffeur in verhouding. Ingui (zeg inkwi), een boom van een vent, een handgrip als een bankvijs en een aanstekelijke, vriendelijke grijns. In het burgerleven boer en eigenaar van 200 schapen en 100 paarden maar voor de volgende 10 dagen onze steun en toeverlaat aan het stuur.
Eerste obligate stop in IJsland is de Blue Lagoon, een meer aangelegd in een lavaveld dat gevoed wordt door warmwaterbronnen en waar de "Reykjavikers" graag komen rondplonsen. En dan een geothermisch gebied waar de aarde borrelt, kookt en rookt. De waarschuwingsborden liegen er niet om, je loopt best enkel en alleen op de daarvoor aangelegde paden, tenzij je absoluut gebraden voeten wilt hebben.

Dag 2. 12/7 zondag.

We zijn gaan slapen bij daglicht, in deze periode gaat de zon hier niet onder, en we worden wakker met een blauwe lucht en een fris windje. In de verte zien we de krachtcentrale die zorgt voor verwarming en warm water. Douchen is voor sommigen met een gevoelige reukorgaan niet altijd een onverdeeld genoegen. Ze hebben hier een rechtstreekse verbinding met het binnenste van moeder aarde en behalve warmte komt daar dikwijls een doordringende zwavelgeur (rotte eieren) mee.
We doorkruisen vandaag het eiland en gaan naar het noorden. Het landschap met de lavaformaties, de groene weiden, de eenzame boerderijen en een klein kerkje aan de waterkant ziet er lieflijk en schilderachtig uit.
Geysir, die zijn naam gaf aan alle spuiters en badgeisers in de wereld heeft de handdoek in de ring gegooid, maar zijn collega, Strokkur, spuit met regelmaat en met overgave. Voor wie het nog nooit zag is het een indrukwekkend schouwspel. Eerst loopt er wat water uit een gat in de aarde, dan verschijnt een fameuze bubbel en dan spuit er een brede waterstraal 20m tot 30m de hoogte in. Hij doet dat zo om de 4 tot 8 minuten, met soms nog een klein extraatje onmiddellijk erna. Ze liggen in een geothermisch veld met verschillende warme bronnen die soms verrassende kleuren hebben.
In het winkeltje vlakbij slaan we wat proviand in voor een picknick en dan rijden we naar Gullfoss, de bekendste en volgens de boekjes de mooiste waterval van IJsland. De regenboog, waaraan ze haar naam, 'gouden waterval', dankt, was niet op het appèl. Maar mooi is ze ook zonder regenboog.
En dan duikelen we echt het binnenland in. De Kjölurroute, tussen twee gletsjers, de Lanjökull en de Hofsjökull, gaat pas in juni open en is enkel voer voor terreinwagens. De 'gravel road' is wat het is en het wasbordeffect geeft je het gevoel dat je op een slecht afgestelde trilplaat zit.
Het landschap is ook op slag anders, desolaat, minder groen, meer lavavelden en een imposant zicht op de beide gletsjers in de verte. Een korte stop voor de picknick en verder naar Hveravellir, betekent "veld van hete bronnen" en dat is niet slecht gevonden. Ze zijn er in alle soorten en modellen en ze hebben dan nog schilderachtige namen ook zoals "fluiter", "donderende heuvel" ,"blauwe bron", enz...
Eens voorbij Blöndulon, een groot kunstmatig meer, komt er terug wat meer groen in het landschap. Een turfkerkje uit 1834 krijgt een bezoekje en we eindigen deze mooie en welgevulde dag in hotel Varmahlid in Varmahlid.

Dag 3. 13/7 maandag.

Odin, Thor, Freyja en Co vonden blijkbaar dat we gisteren genoeg bedeeld werden met mooi weer, en nemen een snipperdag. Vandaag is het grijs en bewolkt. De zon is nergens te bespeuren.
Het is volop hooitijd en overal liggen de weiden bezaaid met grote witte bollen, volgepropt met hooi.
We rijden naar Akureyri de grootste stad in Noord IJsland. IJslandse paardjes staan in de wei en poseren voor de foto.
De panorama's onderweg zijn waanzinnig mooi, en eigenlijk zou je om de minuut de foto van je leven kunnen maken moest de zon er een beetje kleur aan willen geven.
In Akureyri staat een botanische tuin op het programma, gefundenesses Fressen voor de flora fanaten, en de kerk met z'n markante torens geïnspireerd op basaltzuilen.
We kunnen er uitgebreid lunchen, wat rondlummelen in de winkelstraat en dan de bus op om naar Laufas gevoerd te worden. Een turfboerderij, nu museum annex kerkje. Piepkleine kamertjes en smalle mijngangen die de verschillende gebouwtjes met mekaar verbinden. Weten dat een groot deel van de IJslanders in dit soort huisjes woonde tot ver in de 20e eeuw en je weet welke quantum leap ze achter de rug hebben.
We krijgen eventjes wat blauwe lucht te zien en dat doet deugd aan ons fotografen hartje want we gaan nu naar de bekende Godafoss, ofte "waterval der goden".
Aan water en watervallen is er geen gebrek in IJsland maar deze op de Skjalfandalfljot is een van de bekendste omdat een lokale potentaat in het jaar 1000 er zijn afgodsbeelden in keilde ter ere van de nieuwbakken christengod en dat was belangrijk genoeg om vereeuwigd te worden in een glasraam in de kerk van Akureyri.
Ons hotel voor vandaag en morgen is eigenlijk een kostschool aan het Myvatnmeer maar in de vakantiemaanden herbergen ze toeristen in plaats van balorige pubers. Geen culinaire hoogstandjes in een land waar haaienvlees, dat een aantal weken onder de grond heeft gezeten om te fermenteren, een lekkernij is maar het lamsvlees en de (normale) visgerechten zijn best te pruimen en onze chauffeur verrast ons 's avonds met zijn muzikaal talent en een zangavond.

Dag 4. 14/7 dinsdag.

Het is rotweer, zwaar bewolkt, een strakke wind, een beetje motregen en we gaan wandelen. Een kegelvulkaan is ons doel, de Hverfjall opgebouwd uit as en fijn gruis, een kleine 300m hoog met een krater van ongeveer 1km diameter.
In een lange sliert sloffen we naar boven, ieder naar eigen kunnen, fotograferen en bewonderen de diepe zwarte krater, niet lang want de wind blaast je hier uit je sokken, en een goeie kilometer verder gaan we langs een steil en glibberig pad terug omlaag.
Eens beneden wenkt Dimmuborgir of "donkere burcht" een natuurreservaat waar men tussen de grillig gevormde lavarotsen voetpaadjes en routes heeft uitgezet die uiteindelijk op de parking uitkomen waar onze bus ons opwacht.
Een snelle hap in de cafetaria en dan de bus weer op naar het dorpje Reykjahlid waar een kerkje een lavastroom overleefde en van daar naar Hverir een groot solfatarenveld met kokende modderpoelen en waar uit spleten en gaten hete stoom met veel kracht ontsnapt. Het sist, blubbert, borrelt en stinkt langs alle kanten. Heel spectaculair.
Om de aktiviteiten af te ronden gaan we zwemmen in het Myvatn Nature Bath een soort Blue Lagoon waarin water van op 2500m diepte wordt opgepompt. Het bevat veel solfer en juwelen doe je best niet aan, tenzij je ze graag in een ander kleurtje hebt. Het water is warm en heel aangenaam maar alle lichaamsdelen die niet in het water steken staan bloot aan de luchttemperatuur en die is minder aangenaam.
IJsland ligt op de breuklijn van de Noord-Amerikaanse plaat en de Eur-Aziatische plaat. Die breuklijn komt hier op sommige plaatsen duidelijk aan de oppervlakte en je kan hier dus als het ware van Europa naar Amerika springen.
Nog een bezoekje aan een reeks pseudokraters in de omgeving en dan hebben we het wel gehad voor vandaag.

Dag 5. 15/7 woensdag

We rijden naar het oosten van IJsland en er staan vandaag weer enkele watervallen op het programma. Hafragilsfoss is de eerste, we hebben er een panoramisch maar ietwat omfloerst zicht op en een paar kilometer verder ligt op dezelfde rivier de Dettifoss, en dat is de hoogste waterval van Europa. 44m hoog en 100m breed en daar kan je tot dicht bij de plaats komen waar het water omlaag dondert. Indrukwekkend en mooi...en niet ongevaarlijk want de rotsen en stenen zijn hier spekglad, een dame bekocht het vorig jaar met haar leven toen ze uitgleed en in de waterval terecht kwam.
Het landschap waar we doorrijden is ruw en verlaten en de donkere lucht verhoogd het dreigend effekt nog meer.
Onderweg naar Egilsstadir aan de oostkust, stoppen we aan een afgelegen turfboerderij in Saenutasel, enkel bewoond in de zomer, waar een vriendelijke oudere heer, een vroegere bewoner, uitlegt hoe het was om hier geboren te worden en te leven in een groot gezin. Hij doet dat in vloeiend ijslands en geen kat die er iets van begrijpt, maar de omgeving en de grootte van de kamertjes spreken duidelijk voor zich. Het belangrijkste is echter dat we in het bijgebouw kunnen aanschuiven voor pannekoeken met hete chocola in een origineel kader.

Dag 6. 16/7 donderdag

Het blijft grijs en de zon blijft verborgen achter de wolken. We rijden zuidwaarts langs Faskrudsfjördur, tot in de 20e eeuw een basis voor de Franse IJslandvaarders, en dat zoiets niet zonder risico was toont het kleine kerkhof waar op de gedenksteen de namen van vissers zijn gevat die hier omkwamen. In een gebouwtje aan de waterkant is er een klein museum dat aan de Franse tijd herinnert, en aan de overzijde van de fjord staat wat rest van het Franse hospitaal dat destijds speciaal voor de zeelieden werd gebouwd. Hopelijk waren de medische zorgen beter dan het onderhoud want het ziet er niet uit.
De panorama's langs de kustweg blijven verbazen. In Stödvarfjördur stoppen we aan Steinasafn Petru of de Stenen Kollektie van Petra, een dame die van jongsaf een obsessieve belangstelling had voor alles wat met stenen, rotsen en mineralen te maken had en er een onvoorstelbare hoeveelheid van verzamelde. Volgens haar kleinzoon is 80% van IJsland en zelfs uit de streek afkomstig.
De lagune van Jökulsarlon is een gletsjermeer aan een van de vele vingers van de enorme Vatnajökull, de grootste gletsjer van Europa, en er drijven constant ijsbergen die afbraken van de gletsjer. Daar gaan wij een boottochtje maken. 3 Amfibievoertuigen zorgen voor een constante aan- en afvoer van toeristen die zich vergapen aan de grillige ijsformaties die er als ijsblokjes in een cocktail ronddrijven. Heel mooi. Liefhebbers mogen ook eens proeven van ijs dat, zo zegt onze lieftallige gidse, minstens 1000 jaar oud is. Over de houdbaarheidsdatum wordt zedig gezwegen.
We moeten nog wat verder naar Skaftafell en het gelijknamige hotel en de Vatnajökull is nu bijna constant in zicht. Vlak achter het hotel ligt trouwens een van de uitlopers van de gletsjer op wandelafstand maar dat is voor morgen.

Dag 7. 17/7 vrijdag.

De hotels in IJsland zijn eenvoudig maar voorzien van alle comfort maar wat ze echt wel speciaal maakt is de grootte van de badkamers. Je kan er met gemak in rechtop staan, maar verder zijn het strikt genomen plaatsen voor één enkele persoon van normale omvang.
We gaan er vandaag een wandeldag van maken. Het is nog altijd bewolkt maar in de verte liggen de bergen in iets wat op blauwe lucht trekt. De bus brengt ons naar het visitors centre van het Skaftafell National Park.
Ze tonen er een kort filmpje over de uitbarsting in 1996 van een vulkaan onder de ijskap van Vatnajökull en de onwaarschijnlijke watervloed die een maand daarop volgde en rotsblokken ter grootte van een huis meevoerde en verschillende bruggen wegvaagde. Het doet je maar al te goed beseffen welke krachten hier sluimeren.
Vandaar vertrekt iedereen te voet naar de Svartifoss. Een waterval, juist, maar een die prachtig omkaderd is door basaltzuilen. Een kunstwerk van moeder natuur en een mooie wandeling doorheen een prachtig dekor.
De Skaftafellsjökull (gletsjer) ligt achter het hotel en je kan er redelijk dichtbij komen en dat is en blijft indrukwekkend, hoe dichter je bij zo'n gletsjer komt hoe kleiner je je gaat voelen.
De vogelsklif, Ingolfshöfdi, is een hoge klip uit de kust die je via een overstromingsgebied van lava as en gruis bereikt met speciaal vervoer : een tractor met aanhangwagen. We maken er een grote wandeling en de gids, Einar, verteld honderduit over de verschillende soorten vogels, dit is het el dorado voor de vogelliefhebbers en voor de onwetende leek gewoon leuk om al dat vliegend gedierte te observeren. Het zijn vooral de papegaaiduikers, die massaal de kliffen bevolken om er te nesten, die de show stelen.

Dag 8. 18/7 zaterdag.

Het is weer grijs en de horizon zit in de wolken.
Een verwrongen U-balk van een brug hebben ze als monument en herinnering aan de vloedgolf van 1996 behouden. De kracht van het water werd zelden beter geillustreerd.
De weg naar Lakagigar, ons doel vandaag, is er eentje voor de boekjes en een test voor iedere 4x4 die zich respecteert. Het wasbordeffect is alom aanwezig met steile hellingen, scherpe bochten, doorwaadbare rivieren, onze Ingui kan hier z'n stuurmanskunst nu eens ten volle demonstreren.
We stoppen aan de Fagrifoss, de zoveelste "mooiste" waterval van IJsland en de keuze welke nu eigenlijk de mooiste is wordt wel moeilijk.
Lakagigar, is een vulkaan die in 1783 uit een lange breuk van 24km lengte, gedurende 9 maanden lava en gas uitsbraakte en een groot deel van IJsland vergiftigde, vee en gewassen vernietigde met een enorme hongersnood als gevolg.
We picknicken aan de voet van de Lakiberg en ik kies voor de wandeling naar de top. Het is steil en hoog maar, eens uitgepuft, wordt je beloond met een 360º zicht over de omgeving. De lavavelden, de enorme scheur waar de lava uitstroomde en in de verte de ijskappen van de gletsjers. Het is onwaarschijnlijk mooi.
We moeten voor een groot deel dezelfde weg terug en kunnen nog eens genieten van de spectaculaire vergezichten en de ditto weg.
Nog een extraatje in de vorm van een wandeling aan de rand van de Fjadragljufur een 100m diepe canyon en dan naar Vik aan de kust, naar ons Edda hotel.

Dag 9. 19/7 zondag

Voor de verandering is het terug bewolkt en winderig en we rijden vandaag weer het binnenland in, maar eerst brengt onze bus ons via een steile zig zag weg op de top van de klif van Dyrholey. Geweldig uitzicht over het grote lavastrand en de Myrdalsjökull in de verte. En dan richting noord naar Eldgja een vulkanische canyon met daarin, jawel, een waterval de Ofaerufoss. De weg er naartoe is weer zo'n spectaculaire "rammelweg" met een landschap dat blijft verrassen. Groene valleien, lavavelden met mos begroeid, riviertjes die er zich doorheen worstelen en de ijslandse schapen die overal vrij rondlopen. Waar de bus niet verder kan, picknicken we en moeten dan nog een 3-tal km verder te voet de rivier volgen langs een pad tussen grote rotsblokken om aan de waterval te geraken. Weer een ander model, weer heel mooi. In dat immense landschap ziet de bus er van ver wel heel nietig uit en onze chauffeur profiteert van het beetje zon dat door de wolken breekt.
We rijden terug, volgen weer voor een deel dezelfde weg, door de streek van Landmannalauguar, maken enkele fotostops en krijgen zicht op de Hekla, de meest aktieve vulkaan van IJsland die sedert 1970 om de 10 jaar van zich laat horen en dat zou willen zeggen dat het binnenkort "weer van dat" zou kunnen zijn. Maar vandaag ligt hij daar enkel maar mooi en indrukwekkend te wezen.
In Stöng zijn de grondvesten gevonden van een viking boerderij en als laatste maken we nog een stop aan de Hjarparfoss, maar eerlijk gezegd is mijn honger naar watervallen dan al stilaan gestild.

Dag 10. 20/7 maandag

Laatste dag, en zoals de eerste is er vandaag volop blauwe lucht en zon. Reykjavik is onze eindbestemming vandaag maar we gaan eerst langs Thingvellir. Een plaats die dubbel belangrijk is voor de IJslanders. Het is de geologische grens tussen het Noord-Amerikaanse en het Europese continent en de kloof die de beide helften scheidt was van oudsher de plaats waar eens per jaar belangrijke samenkomsten werden gehouden, zeg maar het parlement avant la lettre, de Althing.
Vandaar rijden we naar Reykjavik voor een rondrit en een bezoek. Het moderne stadhuis, Höfdi het huis waar in 1986 Reagan en Gorbatsjov mekaar ontmoetten, het hoofkwartier van Kaupthing (mag niet ontbreken), de haven waar de verroeste walvisjagers naast de kleurrijke boten voor Whale watching liggen en de winkelstraat waar we onze allerlaatste Kronen opkopen aan kerstballen.
Afscheidsdiner in het restaurant Carpe Diem van het hotel, afsluiten met een brennevin en we hebben het gehad.
     Morgen vroeg op, naar Keflavik, naar Amsterdam en naar Antwerpen. Mooie reis, goeie gids, leuke groep, niet alledaagse bestemming maar een bezoek overwaard.